Behandelingen

 

Spataders kunnen op verschillende manieren behandeld worden. Vaak gaat het om een combinatie van behandelingen. Welke methode uiteindelijk voor u gekozen wordt, is afhankelijk van het type spatader, de ernst en de uitgebreidheid van het probleem.

Hieronder vindt u een overzicht van de verschillende behandelingsvormen.

Geneesmiddelen

Venotropica zijn geneesmiddelen waarvan men vermoedt dat ze de wand van de aders verstevigen en/of de microcirculatie (doorbloeding in de kleine adertjes) bevorderen. Hierdoor zou er een tijdelijke vermindering van de symptomen optreden en zou verdere evolutie voorkomen worden. Ze worden ofwel tijdelijk (post-operatief, warme zomer) ofwel regelmatig gedurende het hele jaar ingenomen. De doeltreffendheid van een dergelijke behandeling is echter niet wetenschappelijk bewezen.

Compressietherapie

Compressietherapie is een behandeling waarbij door middel van uitwendige druk de afvoer van het bloed uit de benen wordt verbeterd. Er zijn twee mogelijkheden:

  • Verband: elastisch of niet-elastisch: wordt aangelegd bij zwelling van het been of om zwelling en oedeem na een ingreep tegen te gaan
  • Therapeutische elastische steunkousen (TEK): bestaan in verschillende drukklassen, lengten en uitvoeringen. Uw arts zal u een gepast voorschrift meegeven. Hiermee kan u de kousen laten aanmeten en afleveren door een speciaalzaak (bandagist of gespecialiseerde apotheek).
    Bij oppervlakkige spataders kan compressietherapie de klachten verlichten en de kans op verwikkelingen reduceren. De spataders blijven echter wel aanwezig. Om een optimaal effect te bekomen dienen de verbanden/kousen steeds - dus ook in de zomer - gedragen te worden. Daarom is compressietherapie vooral aangewezen
  • als preventie bij zwangerschap, staande en zittende beroepen
  • als tijdelijke behandeling
  • bij (oudere) patiënten die een conservatieve behandeling verkiezen
  • bij patiënten bij wie omwille van medische redenen een operatie niet mogelijk of aangewezen is
  • bij slecht functionerende diepe aders - compressietherapie vormt hier de hoeksteen van de behandeling aangezien het operatief wegnemen van deze aders niet mogelijk is
Tips?

Het is belangrijk dat de kousen goed passen. U laat ze daarom best 's ochtends aanmeten (benen minst gezwollen). Vraag uw bandagist ook naar hulpmiddelen voor het aan- en uittrekken en volg goed de instructies van de fabrikant.

Sclerotherapie

Bij scleroseren of 'droogspuiten' wordt met een klein naaldje een speciale vloeistof (aethoxysclerol) ingespoten in de spataders. Er ontstaat een onschuldige ontstekingsreactie en de ader gaat verkleven. Na een tijdje is de ader niet meer zichtbaar.

Deze techniek kan toegepast worden voor kleine spataders op voorwaarde dat de onderliggende grotere aders goed functioneren of reeds heelkundig verwijderd werden.

Bij het inspuiten kan u een licht brandend gevoel ervaren. Dit verdwijnt binnen de 5 minuten. Op de prikplaatsen wordt vaak een klein verbandje aangebracht. Hierover dienen dan steunkousen (TEK) gedragen te worden. Tijdens één sessie (+/- 20 minuten) kunnen verschillende regio's op het been behandeld worden. Gewoonlijk zijn er meerdere sessies nodig.

Tips?

  • Gebruik voor de behandeling geen crèmes of zalven op uw benen.
  • Breng uw steunkousen mee
  • De pleisters mogen 24 uur na de behandeling verwijderd worden.
  • De steunkousen dienen gedurende één week dag en nacht gedragen te worden en nadien gedurende 2 weken enkel overdag.
  • Vermijd zonblootstelling (ook zonnebank) tot 6 weken na de laatste behandelsessie.
  • Vermijd activiteiten zoals joggen, aerobics, balsporten en zwaar tillen gedurende 3 dagen.
  • Herneem onmiddellijk uw normale activiteiten (er is geen werkverlet) en beweeg zoveel mogelijk (wandelen, fietsen). Vermijd lang rechtstaan en/of stilzitten (ook als u terug naar huis keert na de behandeling).

Transcutane lasertherapie

Hele kleine spataders kunnen met lasertherapie behandeld worden.

Operatie

Deze behandeling wordt alleen toegepast bij oppervlakkige spataders. Er zijn verscheidene mogelijkheden:

  • Onderbinden (crossectomie): de hoofdstam van de zieke ader wordt onderbonden via een sneetje in de lies of in de knieholte waar hij uitmondt in de diepe aders. Ook zieke perforante vaten, die voor de ingreep met duplex worden gemarkeerd, worden onderbonden.
  • Verwijderen van een lang stuk spatader (stripping): nadat de hoofdstam is onderbonden wordt de ader verwijderd met behulp van een soort draad (de stripper) via een tweede bijkomend sneetje ter hoogte van de knie of de enkel.
  • Wegnemen van kleine aders met een haaknaald (flebectomie): via kleine sneetjes (+/- 3mm) worden zichtbare spataders verwijderd met speciale 'haaknaaldjes'. Deze spataders worden voor de operatie door de chirurg aangeduid op het been.
De ingrepen gebeuren onder algehele verdoving of onder een ruggenprik. Afhankelijk van de uitgebreidheid zal de behandeling plaatsvinden tijdens een korte opname of daghospitalisatie. Na de operatie wordt een licht drukkend verband aangelegd. Dit wordt nadien vervangen door aangepaste steunkousen.

Tips?

  • Voor de ingreep worden de liezen en benen best onthaard of geschoren.
  • Hou de wondjes droog. Vermijd daarom best douchen en baden zolang de hechtingen aanwezig zijn.
  • De hechtingen mogen door de huisarts verwijderd worden na een veertiental dagen. Ter hoogte van de kleinere wondjes worden hechtstrips (steristrips) aangebracht. Deze worden na één week verwijderd op de controleraadpleging.
  • De steunkousen dienen gedurende minstens 1 maand gedragen te worden: de eerste week dag en nacht, nadien enkel overdag.
  • Vermijd lang stilstaan/stilzitten en blijf in beweging bv. door uw enkelgewricht te bewegen. Regelmatig korte wandelingen en fietsen zijn aan te bevelen.
  • Rust met de benen in hoogstand.
  • Afhankelijk van de uitgebreid van de ingreep en uw beroep kan u na één tot drie weken het werk hervatten.

Nieuwe technieken

De laatste jaren werden een aantal nieuwe technieken ontwikkeld. Of deze beter zijn dan de klassieke bovenvermeldde behandelingen is voor discussie vatbaar. Momenteel zijn er immers nog onvoldoende vergelijkende studies verricht om de resultaten op lange termijn te beoordelen. De eerste gegevens zijn alvast veelbelovend. Opgepast niet iedereen komt in aanmerking voor onderstaande technieken!

  • Schuim- of foamscleroseren: dit is een variante van het klassieke scleroseren. De vloeistof die normaal gebruikt wordt bij het scleroseren wordt kort voor het inspuiten opgeschuimd en ingespoten onder echobegeleiding. Dit schuim is dikker en spoelt daardoor minder vlug uit. Hierdoor kunnen grotere spataders behandeld worden. Een belangrijk voordeel is dat deze behandeling zonder verdoving kan plaatsvinden. Achteraf dient u steunkousen te dragen.
  • Radiofrequente ablatie (VNUS® Closure Fast): via een klein gaatje aan de knie wordt een sonde opgeschoven in de ader. Deze sonde geeft radiofrequente energie af waardoor de ader verschrompelt. Deze behandeling gebeurt onder algehele verdoving of een ruggeprik. Soms is ook behandeling onder lokale verdoving mogelijk. Er is eveneens een nabehandeling met steunkousen. In vergelijking met de klassieke 'stripping' zijn er minder pijnklachten en bloeduitstortingen. Ook kan u het werk sneller hervatten.
  • Endoveneuze lasertherapie (EVLT): deze techniek is vergelijkbaar met de VNUSbehandeling. Er wordt nu echter gebruik gemaakt van laserenergie om de ader dicht te schroeien.